Michel van Maarseveen: “Het gebouw bepaalt de identiteit van een museum”
Paleis Het Loo wenst de plek te zijn waar mensen willen zijn en steeds naar willen terugkomen
Draaijer levert een bijdrage aan de grote verbouwing en uitbreiding van het museum van Paleis Het Loo. Directeur Michel van Maarseveen heeft de leiding over dit langdurige, omvangrijke project.
Hoe ervaar je het bouwproces van een museumbezoek?
“Een verbouwing is misschien wel het ultieme, waarbij je fysiek iets neerzet. Dat is spannend. We zijn bezig met historisch erfgoed en we nemen vergaande beslissingen in een historisch gebouw, beslissingen die tot ver in de toekomst reiken. Ik voel die verantwoordelijkheid. We zijn ingrijpend bezig met een nationaal monument. Ik vind het prettig om te merken dat experts en publiek enthousiast zijn over wat we doen, we zitten op de goede weg.
Ten aanzien van het paleis hebben we de keuze gemaakt om het monument te respecteren en daarom ondergronds te bouwen. Een stevige toevoeging, maar tegelijkertijd breng je daarmee het erfgoed naar de toekomst, waarmee het relevant blijft en een rol blijft spelen in onze maatschappij.”
Draagt het gebouw bij aan de relevantie van een museum?
“Enorm. Een gebouw en ook nieuwbouw bepaalt in belangrijke mate de identiteit van een museum. Bij ons is dat misschien nog wel sterker, want het paleisgebouw is ons belangrijkste collectiestuk, maar dan zonder collectienummer. Het is zo bijzonder mede omdat we de vertrekken ingericht hebben zoals die eruit gezien hebben. De collectie en het gebouw zijn daarmee nauw met elkaar verbonden.
Met de nieuwbouw voegen we ook een eigentijdse component toe aan onze identiteit. De uitbreiding is een statement van wat we als museum willen zijn. Daarom vond ik het proces van de architectenkeuze een van de leukste dingen om te doen. Het was een soort pakjesavond. Maar bij het kiezen gaat het er niet om wat ik mooi vind, maar wat het beste bij het museum past. Ik ben ervan overtuigd dat we de juiste oplossing hebben gekozen. Het is onze verantwoordelijkheid als opdrachtgever om het beste te doen voor het gebouw.
De ondergrondse nieuwbouw en de collectie hoeven niet met elkaar te concurreren. Het is van belang dat de tentoonstellingszalen een perfecte black box voor tijdelijke exposities zijn, zonder verstorende brandslanghaspels, stopcontacten of ramen.”
Hoe kijk je naar het bouwproces vanuit je rol als gebruiker?
“Je moet je goed laten bijstaan door experts. Het is een complex project en je doet zoiets als opdrachtgever zelden vaker dan één keer. Je moet veel kennis in huis hebben, bijvoorbeeld op het gebied van bouwmanagement, maar ook juridische kennis. Wij hebben ervoor gekozen om niet met één hoofdaannemer te werken, maar het werk onder te verdelen in vijf percelen met vier aannemers. Voor elk onderdeel wilden wij de beste aannemer hebben, met ieder zijn eigen specialisme. Een goed projectbureau en bouwmanagementteam zorgen ervoor dat alle zaken op een lijn liggen. Het beste resultaat wordt geboekt op het moment dat je elkaar goed weet te vinden en een goede verstandhouding met en vertrouwen in elkaar hebt.”
Konden alle bouwpartijen voldoende meedenken over het gebouw en het gebruik ervan? Of vind je dat meer jullie eigen taak?
“Als de hele organisatie vanaf het begin meedenkt in de keuzes die gemaakt moeten worden, voorkom je dat alleen de directie en de architect het samen bedenken en de rest van de organisatie zich er vervolgens maar mee moet redden. Je moet iedereen er goed bij betrekken, en tegelijkertijd voorkomen dat niet iedereen over alles meedenkt.
Uiteindelijk weten wij zelf het best hoe ons gebouw functioneert. Wij kennen ons publiek. We hebben vanuit zoveel invalshoeken naar het gebouw gekeken, daarom heb ik er vertrouwen in dat het niet anders gaat functioneren dan dat we bedacht hebben.”
Waar verheug je je het meest op straks als de verbouwing klaar is?
“Ik ben benieuwd hoe bezoekers het gaan ervaren. Ons ultieme doel is dat we straks het meest geliefde paleis van Europa zijn. Dus dat je in de harten van je bezoekers gesloten wordt. Dat ze naar buiten komen met een enorm warm gevoel en dat ze een fantastische dag hebben gehad. Dat wij de plek zijn waar mensen willen zijn en willen terugkomen. Die betrokkenheid en verbondenheid wil ik nog sterker creëren. Dat mensen zich er prettig voelen, er afspreken. Als het paleis van ons allemaal voelt, dan zijn we geslaagd.”
Rondom het 25-jarig jubileum van Draaijer zijn interviews gehouden met koplopers, gangmakers, dwarsdenkers en andere verschilmakers in de markt. Dit interview met Michel van Maarseveen is hier één van.
Michel van Maarseveen is algemeen directeur van Paleis Het Loo heeft samen met zakelijk directeur Pien Harms de leiding over dit langdurige, grote project. Eerder was hij directeur bij het Drents Museum in Assen, waar hij een verbouwing en uitbreiding van het museum leidde. Draaijer deed daar eveneens het projectmanagement.